Onlangs werd ik weer geïnterviewd. Dit keer was het voor de Kek-mama voor de komende zomer en het thema van het artikel is boosheid.
Over boosheid bij kinderen kun je uren praten. Iedereen kent het en zelfs verscheen er al eens een reclamefilmpje met een boze spartelende peuter en moeder op een winkelvloer.
Hoe herkenbaar…. althans die peuter. :-)
Het onderzoekende kind
Boosheid is een emotie en kinderen hebben als één van de belangrijkste leertaken in het leven het leren omgaan met emoties. Dit leren begint al heel jong. Het hangt van het temperament van het kind af, in welke mate van heftigheid het zijn ongenoegen laat zien en horen. De ene baby heeft meer lawaai dan de andere en de ene peuter is driftiger dan de andere.
Bovendien is er altijd een wisselwerking met de opvoeders. Immers, zodra de baby vrij rond kan bewegen, zal het zaken gaan onderzoeken. Ook hier is het temperament van het kind een belangrijke factor, maar de ouders krijgen een steeds grotere rol.
Wanneer de handjes en voetjes van de peuter richting keukenkastjes, mooie vazen, i-pad en geluidsapparatuur gaan, komen de meeste ouders in actie. Hun reactie op het ontdekkende kind is van groot belang. Het maakt verschil als deze reactie steeds min of meer hetzelfde is, of dat de reactie iedere keer weer anders is. Ook maakt het uit of de reactie van de ouders emotioneel geladen is door eigen schrik of boosheid of dat de reactie kalm en wel overwogen is .
De vraag is of het kind geneigd is om zich snel aan te passen aan de regie van de ouder of geneigd een tandje bij te zetten. Ook speelt een rol hoe graag en hoeveel energie een kind wil inzetten om zijn doel te bereiken en hoe de ouder daar op anticipeert.
Het patroon
De actie en reactie van kind en ouder leidt vaak al heel snel tot een vast patroon. Hoe meer onderzoekend en doorzettend een kind van nature is en hoe meer of minder een ouder hier begrenzend op reageert, heeft invloed op het patroon. Een kind wat erg onderzoekend is of veel overhoop haalt, kan bij een ouder die van rust en netheid houdt, een flinke aanslag op de gemoedstoestand doen. Het maakt dus veel verschil hoe het karakter van de ouder en het kind op elkaar aansluiten.
Wellicht nog belangrijker is hoe een ouder zelf omgaat met boosheid. Ik vraag wel eens aan een kind dat grote moeite heeft met het leren omgaan met boosheid of zijn vader ook nog tegen deuren schopt en of moeder ook zo gilt. Meestal zegt een kind dat dit niet het geval is :-)
Dit geeft op dat moment perspectief dat het kind ook kan leren omgaan met boosheid. Immers, papa en mama hebben ook geleerd boos te zijn op een manier die helpt want die hadden vroeger misschien hetzelfde?
Feit is dat je het patroon van actie en reactie bij boosheid meestal makkelijk kunt uitschrijven of uittekenen. Je ziet over en weer boze gezichten en hoort zinnen als:
- Waarom deed je dat?
- Hoe vaak heb ik al gezegd dat…..
- Leer je het nu nooit?
- Waarom moet je altijd….
- En je weet dat…..
- En toch doe je het….
En wat iedere ouder uit ervaring weet, is dat deze vragen niet helpen maar juist verder weg van een oplossing brengen en vooral leiden tot meer ergernis en boosheid.
Wat te doen?
Wanneer boosheid van een kind tot ongewenste omgangsvormen binnen een gezin leidt, kun je verschillende factoren onderzoeken.
Allereerst kan je voor jezelf als ouder bepalen hoe je graag wilt dat je kind reageert. Je kunt dan een plan gaan bedenken hoe je je kind gaat helpen dit te leren.
Nuttig daarbij kan zijn om te onderzoeken hoe je zelf reageert als je boos of gefrustreerd bent en hoe je kind dit nadoet.
Een aantal praktische stappen die je kunnen helpen zijn:
- Geef erkenning voor de boosheid van je kind door te zeggen: ‘Ik snap dat je boos bent’ of ‘Ik zie dat je boos bent’. Je kind voelt zich hierdoor serieus genomen en hoeft dan niet de escalatie in te zetten.
- Leer iets anders vragen dan de waarom vraag.
Het woordje waarom leidt automatisch tot verdediging en er is geen mens die een antwoord heeft op een waarom-vraag. Sterker nog, op een waarom-vraag krijg je meestal alleen maar een stortvloed aan tegenargumenten. - Vraag: ‘Wat gebeurde er’
Op deze vraag krijg je inhoudelijke informatie over de situatie die aanleiding was en die kennelijk je kind tot bepaald gedrag heeft gebracht. Je kind kan door deze vraag stoom afblazen en vertellen wat voor hem zo boos makend was. - Vraag: ‘Hoe kwam het dat…’
Deze vraag geeft inhoudelijke informatie over het de gebeurtenissen die aanleiding waren tot de situatie. - Vraag: ‘Wat had je kunnen doen of wat had je gewild dat er gebeurde….’
Met deze vraag help je je kind naar gewenst gedrag of een gewenste situatie. Je kunt hier op volgend je kind helpen om de betreffende actie uit te voeren of hem achteraf prijzen voor het inzicht. Wanneer het te laat is kan je erkenning geven hoe jammer het is dat het niet ging zoals je kind had gewild.
Door het vermijden van de waarom vraag en het vragen om informatie over de situatie krijg het kind meer kansen om zich te uiten. Waarom vragen zetten vast en hebben meestal als vervolg woordjes als altijd, nooit en overal. Een kind kan dan vaak niet anders dan opnieuw boos te reageren. Neem dan de gewoonte van ouders erbij en je zit vast in hetzelfde liedje.
En zo blijft boosheid in vele gezinnen een terugkerend thema om mee te leren omgaan. Want immers, hoe gezond is boos kunnen zijn en toch de relatie goed houden? :-)
Volg het 5-stappenplan om je boze kind te helpen en krijg weer grip in huis
Meer lezen over boosheid:
Lees ook: Alweer boze kinderen
Lees ook: Helpende manieren van reageren op een boos kind
Lees ook: Als boosheid een belemmering wordt
Lees ook: Emoties, wat moet je ermee?
Lees ook: Het geheim van het boze kind
Lees ook: Het kind helpen of de ouders helpen?
Lees ook: Wat niet te doen bij boosheid
Lees ook: Een heel boos kind
Lees ook: Wel of geen boksbal bij boosheid?
Lees ook: Kijk in de spiegel bij boosheid
Geef een reactie