Grappig hoe je sommige zaken een poos achter elkaar tegenkomt. De laatste weken hoor ik het overal: sussen, geruststellen en bagatelliseren. Vooral volwassenen hoor ik het doen, juffen, ouders, hulpverleners, partners en niet te vergeten ikzelf.
En waar gaat het om?
Sommen of een taallesje wat te moeilijk is, angst voor monsters onder het bed, een proefwerk, alleen thuis zijn, een vervelende operatie, een blunder, te laat komen en ga zo maar door.
Waarom zijn we aan het sussen en geruststellen?
Iemand geruststellen is gelukkig een hele natuurlijke reactie, meestal gericht op een onderlinge angst door een bepaalde verwachting of een onverwachte of vervelende gebeurtenis.
Als we aan het sussen of geruststellen zijn, zijn we eigenlijk aan het “geesten bezweren”. Meestal gaat het om iets goed te praten of iets minder erg te laten zijn. In huis, tuin en keuken situaties is het helemaal goed dat we dit doen en zeker ten aanzien van kinderen.
Kinderen moeten immers door ons de wereld leren herkennen. Wij geven het (hoop ik dan maar :-)) goede en grote voorbeeld en delen de belevingswereld van het kind op in behapbare brokken. Hierdoor leert een kind wat normaal is en wat zijn capaciteiten zijn in verschillende situaties.
Want stel je eens voor dat ieder moment een nieuw moment zou zijn in je leven. Daar zou je toch griezelig bang van worden, toch?
Dus door te sussen en gerust te stellen maak je de wereld van je kind overzichtelijk en leer je hem hoe hij situaties kan benaderen.
Wanneer ga je te ver met geruststellen?
Als je in situaties komt waarin je merkt dat geruststellen niet meer werkt of je kind je niet meer gelooft, kun je beter stoppen.
Kinderen zijn heus niet gek en merken wanneer je hen niet serieus neemt. Bovendien weten kinderen vaak precies wanneer je hen gerust stelt of jezelf aan het sussen bent.
Als er een “ja, maar…….” komt of allerlei tegenargumenten kun je weten dat je je doel voorbij schiet. Je bent dan niet meer aan het geruststellen, maar aan het wit praten wat zwart is. En daar trapt geen mens in en zeker kinderen niet.
Maar wat dan wel?
Wil je dat je kind wit ziet in plaats van zwart, dan is het nodig dat je het zwart ter discussie stelt en er gaten in schiet of iets anders doet om het te laten verbleken.
Dit betekent dat je eerst de moeite moet nemen om aan te geven dat het zwart voor het kind zwart is. Daarna ga je vragen hoe het wit kan worden.
Simpel toch?
Als je het vertaalt, heb je het eigenlijk altijd over angst: angst voor monsters onder het bed, angst voor het donker, alleen zijn, om te falen, voor de juf, voor de sommen, voor die grote jongen, voor de hond, etc, etc,
En wat doen we als volwassenen……..?
“Er is geen monster, ik ben er toch, jij kan het best, ik ga niet dood, de hond doet niks, etc, etc, etc,
Met andere woorden: We beweren met klem dat zwart wit is.
En helpt het? Nee, nee en nog eens nee.
Dus wat te doen?
Als je merkt dat je een “Ja, maar…” krijgt, kun je omschakelen naar het stellen van een vraag: “Vertel eens…… hoe ziet het monster eruit, wat kan je doen, wat kan je allemaal wel, wanneer ging het goed, wat is het ergste wat er kan gebeuren, is dat al eens ergens gebeurd, etc, etc.
De kunst is om het kind te laten vertellen wat het zelf kan doen om zijn monsters te verslaan.
…… Zijn zwart wit te maken dus….
En je zal versteld staan wat je kind allemaal kan verzinnen om zwart wit te maken, terwijl jij denkt dat het heel moeilijk is.
Vorige week nog had ik een jongetje die mij wist te vertellen hoe hij de enge tanks in zijn slaapkamer kon vernietigen. Ik had het niet kunnen verzinnen, het was een omslachtige procedure met het onttakelen van alle onderdelen, maar uiteindelijk verdween er een hoopje schroot ergens in het heelal. De bijbehorende armgebaren spraken boekdelen. En hij dacht dat hij diezelfde avond ook wel kon afrekenen met de bijbehorende soldaten als ze het durfden te wagen om langs te komen als hij wilde slapen.
Ook schooltaken of moeilijke klusjes kun je op deze manier te lijf gaan. Laat het kind een moeilijke som of woord maken en laat het zich voorstellen hoe hij het in de toekomst nog eens kan doen.
Laat voor ieder obstakel wat je tegenkomt het kind een oplossing verzinnen. En als het klaar is doe je samen een blik in de toekomst waarin je de verwachting uitspreekt dat het kind het betreffende probleem dus gaat fiksen.
En zal ik je eens iets verklappen? Het op deze manier bezweren van angsten is gewoon leuk!
Je neemt je kind volstrekt serieus in zijn angst, laat je fantasie de vrije loop, werkt met een actief kind en komt er samen achter dat je de wereld tot normale proporties terug kunt brengen.
Het is een prachtig beroep….. kindercoach…..
Wil je kinderen en hun ouders helpen bij hun angst en faalangst?
Volg dan de online opleiding: Kinderen helpen bij angst en faalangst
Je leert alles over angst, de oorzaken, de technieken die werken zodat kinderen en hun ouders weer alle vrijheid in hun leven ervaren.
Lees ook: Enge mannen in het donker
Lees ook: Angst of vertrouwen?
Lees ook: Positieve of negatieve gedachten?
Lees ook: Zijn de luikjes open of zijn ze dicht?
Lees ook: Leidt een diagnose tot verlamming?
Lees ook: Help, mijn kind kan niet slapen
Lees ook: Moed moet
Lees ook: De juf heeft een boos hoofd en een harde stem
25 Jaar geleden.
Voor de zoveelste keer weer midden in de nacht wakker geschreeuwd door een 4-5 jarige met een enge droom over monsters. Doodop zei ik er helemaal klaar mee te zijn. “Ik gooi ze nu uit het raam en ik wil niet dat ze jou nog één keer bang maken! Waar zitten die stomme monsters?” Er volgde een hard grondig snikkend jaaa, gevolgd door wijzen: daar!! Gordijnen open, raam open, “Hierrrr monsters, ik wil niet dat jullie M nog één keer bang maken! Wegwezen en nooit meer terugkomen!”, op heel boze toon. Monsters met een grote zwaai uit het raam gedonderd. Raam goed dicht, gordijn goed dicht, kind geknuffeld en weer ingestopt en weer naar bed.
De monsters zijn nooit meer teruggekomen….
Maar goed dat niemand mijn toneelstukje heeft gezien, het zal er komisch uitgezien hebben, maar het effect was groots!