Sinds ik in 2004 begon met mijn praktijk voor kindercoaching en in 2010 met de opleiding tot kindercoach en opvoedcoach, lijkt het wel alsof er steeds meer kinderen komen met hulpvragen. En de kinderen die worden aangemeld worden steeds jonger.
Wanneer ik de hulpvragen op een rij zet, is er een grote overlap tussen opvoedvraag van de ouders en ontwikkeltaak van het kind.
Steeds vaker bespreek ik met ouders of het wel wenselijk is om hun kind naar mij te sturen omdat we dan dit kind de boodschap geven dat het niet in orde en goed genoeg is. Terwijl er meestal sprake is van leren omgaan met normale ontwikkelingsvragen.
Dit alles overwegende maakt dat ik me in tegenstelling tot ruim 10 jaar geleden meer zorgen maak over de kinderen in deze tijd.
Wat ik vooral waarneem is dat de zelfredzaamheid, de veerkracht en de autonomie van kinderen onder druk staat.
Wat zijn concreet en in willekeurige volgorde de onderwerpen waar ik me zorgen over maak?
Faalangst
Faalangst stijgt met stip in hulpvragen. Kinderen van 4 jaar krijgen al het stempel faalangst. Dat dit vanuit de ontwikkelingspsychologie helemaal niet kan, lijkt niemand meer op te vallen. Sinds de fixed en growth mindset in beeld kwam, lijken we een focus te hebben op kinderen die denken dat ze geen fouten meer mogen maken en daarom maar afhaken en hun taken gaan vermijden in plaats van iets af te maken.
Overigens smeek ik ouders regelmatig om deze term niet meer te gebruiken. Immers op je 4e jaar heb je misschien faalangst, maar tegen de tijd dat je 14 bent, ben je faalangst. Want wat aandacht krijgt groeit en gaat vastzitten in je systeem. En we moeten nu eenmaal allemaal leren om taken met vallen en opstaan te doen.
Concentratieproblemen
Sinds we ADHD en ADD hebben als diagnose komt het concentratieprobleem veel voor, Waar we niet zo bij stilstaan, is dat het heel onnatuurlijk is voor (jonge) kinderen om zich lang met hetzelfde bezig te houden. Vooral als het niet een interessant onderwerp is. En kinderen krijgen veelvuldig de gelegenheid om via hun ipad te switchen in aandacht en als ze iets niet zo leuk vinden, hoeven ze vaak niet door te zetten want het moet wel leuk zijn…..
Ik geloof er niet in als je het hebt over concentratieproblemen.
Weinig veerkracht
Als het tegenzit, als je niet mee mag spelen, als je je liefste speelgoed niet krijgt, als er iets ergs gebeurt, als je een duidelijke NEE krijgt, moet je daar tegen kunnen.
Heel veel kinderen groeien in deze tijd op in voorspoed en geluk. Voor hen is het vaak heel moeilijk om als ze ouder worden erachter te komen dat het tegen kan zitten. Als op het voortgezet onderwijs blijkt dat leren toch niet zonder inspanning kan, als je ouders gaan scheiden of er wordt iemand ziek dan moet je daar op kunnen anticiperen. Je moet er tegen kunnen als je een deukje oploopt en veel kinderen doen met tegenslag zeer weinig ervaring op waardoor ze als ze wat groter worden van slag en depressief raken als het tegenzit.
Weinig weerbaarheid
Ook dit onderwerp is een hoofdthema in mijn praktijk en hoor ik vooral van leerkrachten. Op het schoolplein worden leerkrachten overweldigd door kinderen die zelf geen conflicten kunnen oplossen en een beroep doen op scheidsrechters. Op geplaag en kleine klierpartijtjes hebben veel kinderen geen adequaat antwoord en ik zie dat ze daardoor een ernstig risico lopen op gepest worden op het voortgezet onderwijs. Wanneer je niet hebt geleerd op een gezonde en natuurlijke wijze voor jezelf op te komen en om kunt gaan met ruzie en wat gedoe in sociale relaties, krijg je het als puber zeer moeilijk.
Weinig doorzettingsvermogen
Veel kinderen boffen met hun ouders die veel voor hun kinderen doen. Traktaties maken, spreekbeurten maken, helpen met aankleden en eten, ruzies oplossen, huiswerk maken, speelafspraakjes maken, helpen met dit en helpen met dat en het speelgoed opruimen wat het kind laat liggen.
Het gevolg kan zijn dat het kind het zich heerlijk laat aanleunen en op een dag merkt dat het zelf aan de bak moet, maar nooit heeft geleerd dat het inspanning moet leveren om een resultaat te halen.
Veel boosheid
Nog steeds de nummer 1 aan hulpvragen al worden extreem boze kinderen wel steeds jonger. Omdat de meeste ouders in deze tijd allebei werken, willen ze het natuurlijk in de schaarse vrije tijd leuk hebben met elkaar. Echter kinderen willen zich ontwikkelen en hebben daarin behoeftes die met name gaan over veiligheid, structuur, aandacht, overzichtelijkheid en rust. Mijn ervaring is dat als ouders in de gaten krijgen hoe ze de behoeften van hun kinderen kunnen lezen en de regie nemen in het bieden van overzicht en structuur, het kind heel snel stopt met boze buien. Vooral als ouders de nood van het kind zien en hun eigen onmacht en boosheid niet nodig hebben als ze de onmacht van hu kind herkennen en erkennen.
En vooral het kind gaan helpen wat het moet leren bij boosheid. (binnenkort komt hier een filmpje en blog over: 36 zaken die boze kinderen moet leren…)
Veel angst
Wanneer kinderen niet zelf negatieve ervaringen kunnen en mogen opdoen, wordt het steeds moeilijker om het leven zelf tegemoet te treden.
Vooral rond 9 jaar krijgen kinderen te maken met angst voor zaken in de buitenwereld. Dit is een hele normale ontwikkelingsangst die een kind moet aangaan en waar een kind ‘overheen’ moet groeien. De houding van ouders en leerkrachten is cruciaal om over deze normale angsten heen te komen. Ook kunnen kinderen kleine en grote trauma’s of schrikreacties hebben opgelopen door gebeurtenissen die onverwacht en heftig waren. Ook hier moet een kind mee om leren gaan ter voorkoming van grotere angsten.
Hooggevoelig
Het extra gevoelig zijn voor prikkels in je omgeving is niet gemakkelijk. Dit betekent dat je onbewust de hele dag te maken hebt met het verwerken van ‘aanvallen’ in je dagelijkse gang van zaken. Het beleid is heel vaak het vermijden of boos worden op datgene wat de prikkels veroorzaakt. Helaas is dit een korte termijn oplossing en zal het probleem met de jaren alleen maar groter worden. Herkennen, erkennen en een manier zien te vinden om met deze prikkels om te gaan is een levenstaak voor hooggevoelige kinderen.
Perfectionisme
In deze tijd van faebook, instagram en snapchat mag perfectionisme niet achterblijven. Huilende moeders en ouders in mijn praktijk die hun kind gelukkig willen maken en tegen de dagelijkse tegenslagen aanlopen is al lang geen uitzondering meer. Bij iedereen lijkt het goed te gaan, maar binnenskamers is er vaak veel geworstel en moet ‘het plaatje’ mooi zijn. Dat het dagelijks leven vol gedoe en tegenslag en moeite zit is soms moeilijk te verteren. Veel kinderen voelen deze vaak onbewuste wens naar perfect alles in de hand willen hebben aan en proberen te voldoen aan de maatstaven. Maar wiens maatstaven zijn het? Hoe moet het kind voldoen aan onbewuste criteria? Hoe moet het ervoor zorgen blij en gelukkig te zijn zodat papa en mama gelukkig zijn?
Focus van ouders op hun kinderen
Oefffff… het lijkt alsof ouders ervoor zorgen dat er zorgen zijn over kinderen in deze tijd…
Terwijl ouders waarschijnlijk nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid zoveel zorg hebben gegeven en hebben over hun kinderen. Zou het ene met het andere verband kunnen houden?
Zou het kunnen dat doordat ouders willen dat het goed gaat met hun kinderen en dat hun kinderen gelukkig moeten zijn en het beste van het beste moeten krijgen, ze per ongeluk ervoor zorgen dat hun kinderen in een keurslijf van prestatie en tekortschieten terecht komen?
Of hebben we toevallig een generatie kinderen die het moeilijk vinden om op te groeien tot zelfstandige en verantwoordelijke volwassene?
Immers nooit eerder hebben kinderen zo lang thuis gewoond en hebben ze zich laten vertroetelen door hun ouders?
Wat is er te leren in deze tijd?
Opvoeden is kinderen voorbereiden op de toekomst. Voorbereiden op een volwassen leven.
Wat kinderen daarvoor nodig hebben is autonomie, zelfstandigheid, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Kinderen leren dit niet vanzelf en hebben in de eerste plaats hun ouders en hun leerkrachten nodig om de dagelijkse uitdagingen en problemen leren te hanteren.
Wanneer ouders (logischerwijs!!) willen dat hun kind gelukkig is en ze willen hun kind daarbij helpen dan zou het wel kunnen zijn dat ze per ongeluk een boodschap geven waardoor hun kinderen hulpeloosheid ervaren.
Mogelijk zou het geen probleem zijn als ouders hun kind laten worstelen met hun problemen en hen aanmoedigen om oplossingen te vinden zonder iets te willen oplossen…… Oeffff….
En ik zou zelfs bijna willen zeggen: Weg met de kindercoach en de kracht en macht weer terug naar de ouders…. Want zij kunnen het meer dan best, ook al staat het hier een beetje zwat-wit…..
Wanneer je deze tekst, of gedeeltes daarvan, wilt gebruiken vraag dan even toestemming.
De link mag gedeeld worden op social media.
Lees verder: Wat speelt er echt bij concentratieproblemen?
Lees verder: Ouders bemoei je er niet mee
Lees verder: Onrechtvaardigheid: Hoe deal je ermee?
Lees verder: Kinderen van 9 jaar
Lees verder: Het slagveld in Havo en VWO-2
Bekijk het filmpje over: Hoe help je bij boosheid
Hoi Thea,
Fijn artikel dit! Heel herkenbaar;-). Met betrekking tot faalangst geef je aan dat een kleuter het stempel faalangst krijgt, maar dit vanuit de ontwikkelingspsychologie niet kan. Kan je daar iets meer over uitleggen? In mijn omgeving heb ik een peuter Waarbij van de opvang het ‘ stempel’ faalangst erop plakte. Ik hervertaalde dit naar: leren fouten (mogen) maken, maar vraag mij nu af: betekent dit dat peuters/kleuters dit (nog) niet hoeven/kunnen leren?
Www pentakeladvies nl
Groetjes Anke
Wat een mooie vraag Anke. Dank je wel!
Een peuter is nog zoooo in ontwikkeling, die heeft nog geen weet iets als faalangst. Van nature onderzoekt en ontdekt een peuter van alles. Van de grasspriet tot hoe je met een pollepel kunt trommelen tot hoe stiften en verf werken.
Soms vinden kinderen iets eng, bijvoorbeeld met je blote voeten in het zand lopen. Zij tonen dan een soort van afweer omdat ze even niet weten hoe ze hiermee om kunnen gaan en hoe ze deze ervaring kunnen beleven.
Het hangt van het temperament af of een kind wat sneller en impulsiever reageert of wat meer terughoudend is.
Wanneer je daar een stempel faalangst op drukt, beoordeel je gedrag met volwassen ogen terwijl je beter kunt onderzoeken hoe een kind de betreffende ervaring kan opdoen en welke behoefte er voorop staat waardoor iets NOG niet lukt.
Fouten mogen maken is ook een begrip wat niet bij peuters past. In hun primaire wereld bestaan er nog geen fouten, maar slechts wat volwassenen hen voordoen. Er kan wel een beleving zijn van fout, maar niet het cognitieve begrip fouten maken. Een ervaring levert een reactie op en als de volwassenen om de peuter heen kritisch reageren, gaat een kind daar uiteindelijk een betekenis aan geven.
Erikson heeft dit mooi beschreven in de conflicten per leeftijdsfase. Bij hem gaat het vooral om de ontwikkeling van relaties. Vroegkinderlijke ervaringen zijn belangrijk voor het latere functioneren. In iedere ontwikkelingsfase is sprake van een voor die fase kenmerkend conflict:
I. Basaal vertrouwen en basisveiligheid tegenover basaal wantrouwen. (1e jr)
II. Autonomie (zelfvertrouwen) versus schaamte en twijfel (te strenge ouders) (1-3 jr)
III. Initiatief versus schuldgevoel (3-6 jr)
Je vraag heeft naar mijn gevoel vooral betrekking op de 2e fase. Als deze peuter het stempel faalangst blijft houden in plaats van erkend te worden op behoefte en spelen dan weet je zeker dat in fase 3 het stempel faalangst geinternaliseerd wordt. De volgende fasen zal dit ook zijn stempel drukken.
Een diagnose is iets anders dan de leerdoelen en ontwikkeltaken helder krijgen wat nodig is voor de ontwikkeling van een kind. Een diagnose zet vast en bijvoorbeeld de leertaak ontdekken door ervaring (= in feite fouten mogen maken) geeft veel ruimte. En jaaa…. peuters moeten vooral heel veel ervaring opdoen want door ervaring vanuit een veilige bedding ontstaat zelfvertrouwen. En dat maakt de cirkel met hechting weer rond. :-)
Ik hoop dat ik dit een beetje goed heb uitgelegd…