In de praktijk stel ik regelmatig de vraag aan kinderen of ze nog weten dat ze baby waren en kunnen bedenken wat ze toen konden en wat ze nu al kunnen.
Bij sommige kinderen, vooral bij degenen die een baby in de naaste omgeving hebben, is het antwoord verrassend. Ze krijgen een stukje inzicht in wat ze allemaal al geleerd hebben.
Want stel je voor, een baby wordt gemiddeld in een jaar ongeveer 25 centimeter groter en 6 kilo zwaarder. Daarna zal het kind naar verhouding niet zo snel meer groeien.
Na een half jaar begint de baby zich echt te ontwikkelen, hij gaat zich omrollen, kan al grijpen naar speelgoed en vanaf een maand of vier gaan de handjes open en dicht.
Vanaf 8 maanden kan de baby zitten en zijn wereld begint er dan heel anders uit te zien evenals dat van de ouders want er komen nu veel meer mogelijkheden.
En na ongeveer 10 maanden begint het echte opvoeden want als de baby gaat kruipen wordt de wereld groter en als uw kind een ontdekkingsreiziger is valt er heel wat te leren.
Na een jaar is de mijlpaal van de eerste stapjes te vieren en met ongeveer anderhalf jaar gaat de ontdekkingsreis verder doordat het kind nu los kan lopen.
Daarmee wordt de wereld weer een stukje uitgebreid. Inmiddels heeft de baby ook al leren drinken uit de drinkbeker.
Wat wij als volwassenen echt spelen noemen komt vanaf een jaar in beeld want dan kan hij al kleinere dingen met de vingers oppakken en vasthouden.
Een bal gooien zonder vallen kan vanaf anderhalf jaar en iets oprapen vanuit hurkzit komt rond het tweede jaar in zicht.
Vanuit de hulpeloze baby is binnen twee jaar het kind gegroeid tot een zichzelf bewegend wezentje wat doelbewust ergens naar toe kan lopen en iets in beweging kan zetten.
Eigenlijk een topprestatie, toch??
De Praktijk voor Kindercoaching heeft deskundigheid op het gebied van de ontwikkeling van kinderen.
Geef een reactie