Hij was een puber en het zat niet mee.
Op school liep hij achter en hij nam over de gehele linie weinig initiatief en toonde ook niet zoveel ambitie. Voor zijn beide ouders werd zijn houding steeds meer een probleem.
Het deed me denken aan meerdere jongens van zijn leeftijd.
Het lijkt of deze kinderen soms moeilijk hun pad kunnen vinden en het leven maar wat op z’n beloop lieten. Voor ouders die hard werkend zijn, is met name de houding van zo’n kind een hele uitdaging. Veel ruzie en onbegrip in huis zijn dan geen uitzondering. Want, ook dat past wel een beetje in het plaatje, zo’n kind houdt vaak veel van computerspelletjes wat het er meestal niet beter op maakt.
Waar te beginnen?
Ik vind het altijd van belang om te kijken wat er wel is, maar in een dergelijke situatie vraag ik al heel snel wat men zou willen. Ouders vragen vaak een actieve houding van de puber en voor de puber hoeft er meestal weinig te veranderen, behalve dat zijn ouders stoppen met zeuren. :-)
Als we de verschillende definities en wensen duidelijk hebben zodat we op hetzelfde level zitten, start ik met vragen wat de puber zo leuk maakt en wat de goede eigenschappen zijn. Ook wil ik graag weten waar de puber zijn best doet voor de ouders. Dit vraag ik om erachter te komen hoe dit kind loyaal is, waar zijn behoefte ligt en waar men elkaar niet meer begrijpt.
Zo ontvang ik veel informatie over hoe dit kind intern georganiseerd is en wat zou kunnen helpen. Het effectieve neveneffect is vrijwel altijd dat ouders hun kind hierdoor positieve boodschappen geven en dat de vergeten en weggeraakte positieve eigenschappen weer in het bewustzijn komen.
Om het zover te krijgen moet ik de nodige vertaalslagen maken, zodat men kan instemmen met zichtbaar gedrag vanuit behoefte en goede bedoelingen.
De vertaalslag
Het lijkt alsof ik hier weer eens een kind voor mijn neus heb zonder startmotor. Alsof het lot ook in dit gezin weer een streek uithaalt, komt het me voor dat zijn ouders gezegend zijn met een Ferrari motor.
Dat kan natuurlijk niet goed gaan in dit gezin.
Door de informatie die ik heb gekregen, wordt me duidelijk dat deze jongen helemaal niet lui is. Als hij iets voor een doet en het duidelijk is wat zijn rol en taak zijn, doet hij het graag en met overgave. Hij kan dan ook heel lang doorgaan totdat het karwei af is en geeft dan niet snel op.
Dit is het belangrijkste kenmerk van kinderen die lui en ambitieloos genoemd worden, maar in feite best wel aan de slag willen. Wat hen ontbreekt is echter een startmotor die helpt om richting te geven en op gang te komen.
Kenmerken van kinderen zonder startmotor
Deze kinderen komen moeilijk aan de slag en kunnen erg moeilijk starten met een taak. Ze blijven dralen of uitstellen en zeggen vaak dat ze niet willen of kunnen.
Onderliggend kan het volgende aan de hand zijn waardoor het kind niet tot actie komt:
- Het doel is niet of onvoldoende duidelijk
- De route of werkprocedure is niet of onvoldoende duidelijk
- Het kind heeft er behoefte aan minimaal 2 keer of vaker te horen wat het moet doen
- Het kind heeft na ieder stap bemoediging nodig of een volgende uitleg
- Het kind heeft er moeite mee om zijn aandacht op een niet interessante taak te blijven richten
- Het kind heeft last van verborgen faalangst waardoor het taken liever blijft vermijden
- Het kind ziet het nut niet in van de actie
- Het kind heeft het opgegeven en heeft een laag gevoel van eigenwaarde ontwikkeld.
Al deze, en waarschijnlijk nog wel meer, aspecten kunnen een rol spelen wanneer een kind wel goed een taak kan uitvoeren, maar niet in actie komt. Het misverstand ontstaat omdat de volwassenen het kind steeds opnieuw laten weten dat het tekort schiet. Hierdoor dreigt een vicieuze cirkel die moeilijk doorbroken wordt. Er is daarvoor vaak een impuls van buitenaf nodig.
Hoe kinderen zonder startmotor helpen
De moeilijke starters hebben volwassen en vriendelijke hulp nodig.
Allereerst helpt het dat, met name, ouders en leerkrachten zich realiseren van welk merk en welke inhoud hun eigen startmotor is. Dit kan veel acceptatie geven waardoor de irritatie enorm vermindert. Vervolgens kun je er een project van maken :-)
Dit kan je doen in willekeurige volgorde:
-
- Je zorgt voor heldere en duidelijke einddoelen
- Je geeft steeds kleine tussenstappen
- Je moedigt aan om steeds door te gaan door de volgende stap in herinnering te brengen
- Je maakt je verwachtingen heel duidelijk en concreet
- Je vraagt het kind de verschillende acties mondeling te herhalen, op te schrijven of een intern filmpje te maken van wat het moet doen
- Je moedigt aan, je moedigt aan en je moedigt eindeloos aan.
- Begin samen met een moeilijke opdracht waarna je je langzamerhand terugtrekt
- Je zorgt voor duidelijk omschreven acties voor de momenten dat je er niet bent
- Je geeft tijdlimieten, eventueel door het gebruik van een time-timer of kookwekker
- Je geeft toestemming voor het maken van fouten en het vertrouwen dat door het maken van fouten het meeste geleerd wordt
- Je bijt regelmatig je tong een stukje af, als je geïrriteerd wilt reageren
- Je leert humor als ‘wapen’ te gebruiken :-)
En tenslotte… als jullie het echt even niet meer trekken, beaam dan samen dat jullie toch heel hard aan het werk zijn om ieder iets te leren: Het kind leert hoe het gemakkelijker aan een taak kan beginnen. De ouder leert hoe het geduld kan hebben en leert de waardevolle kanten van dit kind zien.
Immers, dit kind zou een fantastisch ‘zen’ kind kunnen zijn wat volledig in het hier en nu leeft. Daar betalen volwassenen heel veel geld voor om dat te leren. :-)
Maarrr……. wie weet groeien de PK’s vanzelf zodat de startmotor wat soepeler gaat draaien door de tijd en kilometers op de teller….
En de puber
Met hem komt het goed. De spanning is uit de lucht. Nog regelmatig zal het vuur uit de uitlaten komen, maar er is een gemeenschappelijke taal gevonden en deze jongen gaat zijn gebruiksaanwijzing laten weten aan zijn mentor.
Lees ook: Kinderen hebben geen problemen
Lees ook: Over leren, de hobbels en de valkuilen
Lees ook: Moeilijke pubers bestaan niet
Lees ook: Ben jij een versterkende of een verzwakkende ouder?
Lees ook; Recept voor faalangst
Lees ook: De kindercoach is een vertaalmachine
Lees ook: Snauwen op je kind
Ken je Ik leer leren al?
Herkenbaat Tea. Wat ik ook wel merk dat tieners zonder (zichtbare) startmotor vaak niet zo goed weten waar ze het voor doen. Als je halverwege het voortgezet onderwijs zit en je ‘moet’ nog 2 of 3 jaar terwijl je niet ziet waar dit allemaal toe gaat leiden behalve naar nog eens 4 of meer jaar ‘naar school’ dan is het lastig om gemotiveerd te blijven. Vaak zijn het ook wel brave kinderen. Ze doen wat er van ze verwacht wordt omdat ze dat graag doen voor hun ouders. Op een gegeven moment is dat niet meer voldoende motivatie. En dan moeten er profielen gekozen worden maar ze weten niet wat en dan kiezen ze iets ‘waar je alle kanten mee uit kan’ ingegeven door hun verstandige ouders. Weer later kiezen ze een vervolgopleiding ‘die lekker breed is’. Allemaal te vaag en niets waar echt hun hart ligt. Een goed onderzoek (evt. door een testbureau) naar competenties en mogelijke studiekeuzes kan dan enorm helpen. Als het einddoel leuk lijkt kun je gaan ’terugrekenen’. Als ik dat wil worden heb ik die opleiding nodig en moet ik nu dus deze vakken kiezen. Zo wordt alles meer in perspectief gezet. Ook als kindercoach zijn er overigens veel mogelijkheden om deze kinderen (en hun ouders zoals jij ook terecht zegt) inzicht te geven in hun kwaliteiten en waar ze wel door in beweging komen/wat ze blij maakt/waar ze wel voor werken. Het boek Motivating the Teenage Mind van Eva Hoffmann heeft leuke oefeningen en opdrachten hiervoor. Dank je wel weer Tea voor het onder de aandacht brengen van dit onderwerp.
http://www.kindercoachcindy.nl
Waarom wordt hier weer de aandacht op het kind als ‘probleem’ gevestigd? Waarom wordt hier niet gekeken naar het hele gezin? Zou het misschien niet zo kunnen zijn, dat die twee hardwerkende ouders, bij het kind de reactie opwekken om het ‘gewoon wat rustiger aan te doen’. De startmotor inderdaad even uit te zetten. Wanneer leren die ouders eens zelf in de spiegel te kijken. En wanneer leren wij, dat het juist onze kinderen zijn die op hun manier proberen het goede voorbeeld proberen te geven? Ok, het gedrag is niet altijd even handig, maar het kan nu eenmaal niet van kinderen worden verwacht dat ze dàt al helemaal onder de knie hebben. En dat ze ‘zomaar’ kunnen benoemen wat hun diepere behoeften zijn. Dus wat mij betreft: benader het contextueel, dus met de omgeving in ogenschouw. Benader het vanuit de behoeften in plaats van allerlei tips en oefeningen te geven. En hou vooral op met het plakken van etiketten op kinderen. ‘Kind zonder startmotor’, walgelijk!