Als een kind een kindercoach bezoekt, komt het in een totaal nieuwe situatie waarbij het kind veelal zijn aangeleerde overlevingsstrategieën als eerste inzet.
Immers er is een probleem!
De kindercoach spreekt een totaal andere taal dan alle andere volwassenen om hem heen en dat komt omdat de kindercoach geen opvoedende rol heeft. Dat maakt dat het land van de kindercoach een land is zonder moraalridders en resultaat kruisvaarders. Het landschap bestaat vooral uit liefde, humor en nieuwsgierigheid.
Wil je de taal van de kindercoach leren, dan zijn er drie belangrijke regels met hun valkuilen:
Contact en de 1e valkuilen
Zonder contact kun je niet werken en dat betekent dat je allereerst in het kind hebt te investeren. De valkuilen zijn hier een mening hebben, snelheid en afleiding bieden. Pas wanneer een kind zich 100% en meer zich veilig voelt, zal er een stap gemaakt kunnen worden. Bij veel kinderen moet je steeds opnieuw de veiligheid garanderen omdat ieder woord gerelateerd aan het probleem, het kind doet terugvallen in onveiligheid. Je ziet dan gedrag wat de overlevingsstrategie kenmerkt, bijvoorbeeld verlegenheid, ” ik weet het niet”, stoere praatjes, grijpen naar speelgoed, onrustig wiebelen enz. Dit komt dus met regelmaat weer terug in een sessie, tenzij het er mag zijn van de kindercoach.
De valkuil is zelf doorgaan met vragen, of het kind een spelletje aanbieden om de aandacht af te leiden en het kind ogenschijnlijk op zijn gemak te stellen.
Meer helpend voor de verlegen en angstige kinderen is je tempo drastisch naar beneden te brengen en de angel te benoemen:
“Dit.. is… best… moeilijk… hè? Jaaaaa… en.. toch ben je hier… dat is heel knap…. huhuhummm…. en dan…. zit.. je … hier .. zomaar… om …. te moeten… praten….. over….. dat… het voor jou…. zo moeilijk… is…om… vriendjes…. te maken… wat ben je dapper om hier te zijn……”
En zo praat je een poosje door met een hele zachte, langzame stem. en bied je je hulp aan om te leren vriendjes maken (of concentreren, angsten te overwinnen, schrijven, boos zijn enz)
Bij de stoere, onverschillige en alleswetende kinderen zet je eerst humor en overdrijving in. De steler en vernieler vraag je wanneer de volgende buit en bushokje op de planning staan. Hiermee erken je de positie in de groep en tegelijkertijd laat je weten dat je hen uiterst serieus neemt. Ook bij deze categorie ga je op dat moment geen afleiding bieden door een spel of tekening in te zetten, maar ga je mee in hun verhaal. Dat betekent dat je het verhaal inclusief vertoont ongewenst gedrag zonder oordeel en mening helemaal uitpluist en beaamt. Zelfs als het kind zegt je willen te vermoorden, ga je ermee akkoord. Bij deze kinderen voer je de spanning hoog op en daarom moet je hen nog meer veiligheid aanbieden. Ook hier benoem je wat je ziet: .
“Wow, dit is best spannend hè wat ik zeg….. en wat weet jij goed aan mij te vertellen dat jij dan meer gaat slaan….. dat vind ik heel dapper van je…. om dat tegen mij te zeggen…. . want wat ……..zou je eigenlijk zo graag liever willen? …. jaaaaa…… vriendjes maken……. en dat is nog best moeilijk hè?……. jaaaa en wat stoer … dat je dat …. aan mij durft …. te vertellen…. want dat lukt…. je nog niet zo goed hè? ….
Ook hier ga je steeds zachter en langzamer praten nadat je in contact de angel boven hebt.
Het risico is, doordat je de spanning opvoert, dat het kind dingen vernielt die het in zijn handen heeft. En ook al kost dit je een vermogen, je negeert het en laat het gebeuren. Op het moment dat het kind zelf merkt wat het doet, ga je het benoemen.
“Goh… het lijkt wel alsof het zo spannend voor je is, waardoor je deze kaartjes helemaal kapot hebt gemaakt….. Jaaa…. gebeurt dat je vaker?…. en dat is vervelend hè, want dan wordt er weer iemand boos….. en jij wist niet eens dat je iets kapotmaakte……..”.
Contact maken tijdens een sessie gaat dus over instemmen met het kind en zijn gedrag. Het gaat over onvoorwaardelijk en 1000 voudig bevestigen van het kind en zijn gevoel. Paradoxaal genoeg voorkom je hiermee dat een kind zich ten opzichte van jou en je spullen grensoverschrijdend gaat gedragen.
Focus en de 2e valkuil
De tweede valkuil is verlies van focus en praten over het probleem. Problemen horen thuis in therapie en zijn niet het gebied van de kindercoach. Dit betekent dus dat je steeds weer de schakeling maakt van probleem naar doel. In gesprek met ouders en kinderen noem ik dat gaan van rood naar groen. Op de papiertjes in het stoplicht schrijven we op de rode het probleem, verkennen het kort maar krachtig en gaan dan naar groen.
Dit is de focus en de reden van de afspraak met de kindercoach.
Wij mensen zijn geneigd iedere paar minuten naar het probleem terug te keren omdat we denken dat we de oorzaak moeten vinden. We verliezen daarmee kostbare tijd en energie om te verkennen waar het al goed gaat en wat de kwaliteiten zijn om het probleem op te lossen naar het gewenste doel.
Wat heeft een kind eraan te weten wat hij allemaal fout doet in contact met medeleerlingen, zijn angst, zijn boosheid en zijn leer en concentratieprobleem.
Dat is eigenlijk op een dieper niveau alleen maar inpeperen hoe fout hij is en doet.
Veel mooier is het om overeen te komen wat er nog geleerd mag worden, hoe hij dat gaat doen en wie hem gaat helpen. Daarbij heb je pas echt lol en dan kan je lachen om die domme dingen die je denkt en doet.
Daar komt de nieuwsgierigheid en de humor van de kindercoach goed van pas:
“Joh….. jij kan computeren en wel een uur achter elkaar!!! ….wow… nou ja!!, dan kan je je toch concentreren????!!!, vertel me hoe je dat doet……!!”
……. ” En als je mij dit vertelt….. dat betekent dat je dus al 395 nachtjes bent gaan slapen zonder dat mama thuis was en al 7 nachten bij oma hebt geslapen zonder dat monsters er waren? Wow.. vertel me snel hoe je dat hebt gefikst!!…..”
De grootste valkuil bij het verlies aan focus is wellicht de onbewuste angst van de kindercoach om de confrontatie aan te gaan met het probleem van het kind, maar vooral de angst het niet te weten. Echter, op het moment dat je steeds weer het kind (en de ouders) wijst op het stoplicht van rood naar groen, blijf je bij de focus. Want wie zegt dat de kindercoach het antwoord moet weten?
Afronding en de 3e valkuil
Wanneer je dus heel gefocust met kind (en ouders) aan het werk bent geweest, kun je na een krap uur afronden. Er is zicht op de oplossing en een actieplan voor verbetering.
Dat actieplan kan concreet gedrag zijn voor een situatie, maar vaker nog is het een observatie opdracht.
” Kijk maar eens naar P.. die kan het al heel goed en doe ook maar eens wat hij doet….”
… “Merk maar eens op wat je denkt als G.. je schrift afpakt en doe maar eens wat we net geoefend hebben….. Zou je dat lukken denk je……? En verbaas je dan maar eens hoe makkelijk het eigenlijk gaat als je dit gaat leren …..”
De valkuil in de afronding is de volgende afspraak. Meestal denkt de coach te moeten checken of het wel goed gegaan is, maar in feite heeft de coach daar niets mee te maken en geeft daarmee in diepste zin eigenlijk een motie van wantrouwen.
Het is dus handig na te vragen of er voldoende handvatten zijn en of het echt wel nodig is een volgende afspraak te maken. Zelf weiger ik regelmatig een volgende afspraak omdat ik ervan overtuigd ben dat het kind met zijn ouders het gaat redden. En dan blijkt in de praktijk dat er pas na minimaal drie maanden een update hoeft plaats te vinden. En soms pas na een jaar.
Zaterdag ontdekten 20 kindercoaches op de praktijkdag “werken met materialen en casussen” dat ze de taal van de kindercoach al kenden. Hier en daar werden er nog wat spelling- en grammatica problemen ervaren, maar wat zijn ze goed aan het oefenen. En nog veel belangrijker: tot op het bot gemotiveerd om de taal te leren en dat is de garantie voor succes. Want zeg nu zelf: “Wie is er ooit foutloos met dictee?”
Alletta, Anja, Anne-Job, Aukje, Anneke, Daniella, Dingena, Ellen, Erna, Ilse, Janna, Kathy, Marleen, Melanie, Nancy, Petra, Susanne, Sijtke, Yonda en Ytje ik heb bewondering voor jullie moed en doorzettingsvermogen om deze taal te willen leren tijdens deze prachtige en leerzame dag.
Lees ook: De reis van de kindercoach
Lees ook: De kindercoach driehoek
Lees ook: De kindercoach als vertaalmachine
Lees ook: Een sessie van de kindercoach
Lees ook: Wat is het verschil tussen een kindercoach en kindertherapeut
Hallo Tea,
Mooi en duidelijk geschreven, maar ik heb een kind dat als je hem wilt aanspreken op zijn gedrag hij gelijk in de afweer gaat en schreeuwt dat hij dood wil en dat hij mij gaat schoppen en slaan. Het leven is stom en school en na schoolse zijn stom. Hij heeft nu net een dylexie verklaring.
Bij ons is het protocol dat we een kind dat zo boos is even apart moeten nemen om er voor te zorgen dat andere kinderen en geen als van hebben of gevaar lopen.
Ouders zijn niet goed benaderbaar. Wat kan ik dan het beste zeggen tegen hem. Van zijn ouders moet ik hem dan met rust laten en hem af laten koelen en dan de volgende keer dat hij weer komt het er dan over hebben met hem. Dat vind ik dus geen optie. Heb jij nog tips.
groetjes Erica de Nijs. Hillegom
Dag Erica,
Ach, dit klinkt als een heel wanhopig kind wat niet meer weet hoe het verder moet. Wellicht kun je proberen om naast hem te gaan zitten en het met hem eens te zijn hoe moeilijk dit voor hem is en hoe goed je kan voorstellen dat alles stom is. Als je zo je best doet en het lukt niet… dan word je ook boos…. dat is logisch….., maar misschien ben je eigenlijk ook wel heel verdrietig dat het niet lukt en dan gaat het ook nog mis als je zo boos bent…
Mogelijk it dit manneke in een cirkel van boosheid en heeft hij eerst een poosje steun nodig en dan kun je tegelijkertijd heel langzaam met hem afspreken hoe hij zijn boosheid zodanig kan omvormen dat iedereen, inclusief hij zelf héél blijft.