Soms heb je van die dagen dat je wakker wordt met een beeld of een woord en dat dit nog een hele tijd blijft puzzelen.
Zo werd ik op een ochtend wakker met het woord ‘Lotsfactor’.
En misschien kwam het omdat die dag net de opleiding systemisch/contextueel werken met ouders en kinderen op het programma stond.
Het woord ‘lotsfactor’ bleef zich maar in mij herhalen. Onder de douche, tijdens mijn ochtendmeditatie, het ontbijt en op de fiets. Ondertussen passeerden vele kinderen die ik heb gekend mijn netvlies. Vooral kinderen en hun ouders waarmee ik werkte als jeugdbeschermer bij Bureau Jeugdzorg, maar ook veel andere kinderen uit mijn praktijk. Allemaal kinderen, maar ook ouders die het bijzonder zwaar hadden of hebben door omstandigheden in hun leven. In gedachten was ik heel even bij ze en wenste ze veel goeds. Ik voelde me dankbaar dat ik even getuige heb mogen zijn van hun leven.
Zo nu en dan is het best fijn om even aan al deze bijzondere kinderen te denken en me af te vragen hoe het met ze gaat…
Het noodlot
In ons leven van alle dag denken we meestal niet zoveel na over ons lot. We leven ons leven en boffen of hebben pech. We zien dat anderen het naar onze maatstaven beter of slechter hebben getroffen en ook dat is vaak even een gedachte die soms leidt tot een handeling.
Pas bij grote en kleine rampen zoals ziekte, ongelukken of (natuur)rampen beseffen we pas hoe kwetsbaar we zijn als mens. We hebben dan het gevoel of iets van buiten inbreuk maakt op ons leven en dat dit iets is wat ons zomaar overkomt. Bij plotselinge gebeurtenissen kunnen we het gevoel hebben van op de verkeerde tijd op de verkeerde plek te zijn. Een kwestie van pech hebben.
In de praktijk heb ik dan te maken hulpvragen op het gebied van kleine en grote trauma’s die met schrik hebben te maken. Kinderen die een verkeersongeluk hebben meegemaakt, getuige geweest zijn van (huiselijk) geweld, natuurrampen of aangevallen zijn door honden.
Dingen die ons overkomen, moeten verwerkt worden en een deel van onze geschiedenis worden.
Het levenslot
Door Bert Hellinger heeft het woord lot voor mij een grotere betekenis gekregen. Ieder mens wordt geboren in een bepaalde familie en met name kinderen zijn afhankelijk van hun ouders voor het overleven. Zij passen zich aan en leren leven met alles wat er bij dit gezin en de geschiedenis van dit gezin horen.
Kinderen zijn boven alles loyaal aan hun ouders en vaak zonder dat we het weten loyaal aan de hele familie geschiedenis. In het levenslot van het kind ligt die familie geschiedenis besloten. Het omvat misschien ‘rampen’ die wellicht niet eens meer bekend zijn. Te vroeg overleden kinderen en volwassenen, ziekte, verliezen door rampen, psychiatrie of verstoten zwarte schapen in een familie. Alles heeft zijn eigen plek in de geschiedenis en heeft ons tot de mensen gemaakt die we nu zijn.
Als ik een kind voor mijn neus heb met een hulpvraag is die geschiedenis er altijd bij.
Overigens hoef ik deze geschiedenis niet te kennen, maar ik moet wel het kind en zijn ouders ‘zien’ en respecteren in wie ze zijn en dat ze mogelijk dingen doen omdat ze daarmee loyaal zijn aan hun voorgeschiedenis.
Het kind is pas veilig bij mij als ik geen oordeel heb over hoe het thuis gaat en hoe zijn ouders met hem en zijn probleem omgaan. Dat betekent voor mij dat ik accepteer hoe iemand is en alleen hoef te vragen hoe iemand wil zijn en wat er moet veranderen. Ik mag nieuwsgierig zijn naar andere gewoonten en gebruiken die soms vraagtekens oproepen, maar ik hoef er niets van te vinden.
Maar vooral is het belangrijk dat ik heilig geloof dat ieder kind zijn moeilijkheden aan kan. Mijn hulp hoeft alleen een handreiking te zijn naar wat er nog meer mogelijk is. Als ik medelijden heb, of iets beter wil maken, minacht ik in feite dat wat er is en datgene waar het kind en zijn ouders mee moeten dealen. Ik kan helpen het perspectief te verbreden om te onderzoeken of het kind gebaat is met andere gebruiken dan het misschien van huis uit gewoon is. Maar ik hoef niet iets te veranderen of te verbeteren (tenzij er sprake van gevaar is).
Voor mij zijn er duizenden werelden die mogelijk zijn. De enige vraag is hoe het kind kan groeien mét en binnen zijn eigen omstandigheden.
De vragen die in de praktijk hierbij horen zijn veelal op het gebied van leren, onderpresteren, omgaan met autisme, adhd, boosheid, angst, maar vooral ook verdriet en rouwprocessen.
Sommige kinderen hebben wat we noemen een zwaar levenslot getroffen, maar als je goed kijkt zijn dit juist vaak de kinderen met veel veerkracht. Ook zijn het kinderen die veel betekenis hebben voor hun omgeving. En als je dan goed kijkt, weet je dat er helemaal niets nodig is om het lot te willen of kunnen veranderen…..
De lotsfactor
En die ochtend dat ik wakker werd met het woord lotsfactor, heb ik allereerst op de computer nagekeken of het een bestaand woord is.
Niet dus….
Lotsfactor…. En toch vind ik het een bruikbaar woord, ook al bestaat het niet. Net zo bruikbaar als al die vaak onbekende factoren en loyaliteiten waarmee we verbonden zijn met onze voorouders en die ons gemaakt hebben tot wie we zijn.
Lotsfactor…. En toch is het voor mij een bruikbaar woord. Ik hoef een kind en zijn ouders niet beter te maken. Ze mogen bij mij zijn wie ze zijn en samen kunnen we bekijken welke factoren van hun lot in het hier en nu van belang zijn om het een beetje beter te maken in de toekomst….
Meer artikelen:
Bekijk ook: Hoe krijg je rust en harmonie in huis
Bekijk ook: Wat gebeurt er met kinderen in een vechtscheiding
Lees ook: Onrust in de klas
Lees ook: Hoe is jouw kind loyaal?
Lees ook: Tegoedbonnen voor ouders en kinderen
Lees ook: Waarom kwetsen ouders hun kinderen
Mooi woord ‘Lotsfactor’. Houd ik erin met hoofdletter. Komt vanzelf in Van Dale.
Www. Kitz-coaching. Nl