Met onze zoon, die door een nierafwijking soms bijna wekelijks naar het Academisch Ziekenhuis moest, zat ik noodgedwongen vele uren in de auto. In groep drie was het fijn om op te merken dat er zoveel borden langs de weg staan en dat er veel vrachtwagens rijden met de naam van hun lading en bedrijf. Je kunt ze mooi spellen. Cijfers en letters leer je herkennen van de nummerborden van de auto’s voor je.
Zo gaat de tijd ook wat sneller.
Toen de vakantie aangebroken was, kon hij al aardig verkeersborden lezen. De lange plaatsnamen lukten ook steeds beter, zelfs in het buitenland. En ja, het was toch logisch dat hij niet alle plaatsnamen goed oplas, omdat hij nog niet kon weten hoe al die vreemde dorpen en steden werden uitgesproken.
Tot de dag dat hij bleef vragen hoe het kon dat steeds de plaatsnaam 6 OOM op het bord terug kwam.
Vele kilometers legden we af en we waren steeds te laat om te zien wat hij bedoelde, want als hij het op een bord zag staan, zagen wij het niet of reden we er net aan voorbij.
Tot hij vroegtijdig zei dat er weer 6 OOM op het bord stond.
Het kwartje viel: Na 600 meter kwam de volgende afslag…………..
Hier hadden we dan half Nederland voor doorgereden!!.
Om tot de ontdekking te komen dat er geen stad of dorp bestaat die 6 OOM heet, maar dat iedere afslag wordt aangegeven met de nadering van het aantal meters.
Waarom hij nooit 12 OOM en 10 OOM heeft gelezen zal waarschijnlijk altijd een dyslectisch raadsel blijven.
Want dyslexie bleek hij later te hebben, en hoe………
Maar nog altijd roepen we, zelfs na 25 jaar, samen met Tom Tom: “over 6 OOM de snelweg via de rechter afrit verlaten”.
Lees ook: Dyslexie in de mode
Lees ook: Leren als een schildpad of een vlinder
Lees ook: Concentratieproblemen bestaan niet
Lees ook: Het waarom van friemelen
Lees ook: Mijn imago is van mij
Geef een reactie