Het werd oorverdovend. Ik vroeg haar voor te doen wat er gebeurde als ze boos werd. Ze gaf eerst een zachte gil, was even stil en zette toen een sirene aan. Wow, dit was inderdaad heftig. Haar moeder had me al verteld dat de boosheid van dochterlief een ernstig probleem aan het worden was. Ze gilde een paar keer per dag het hele huis bij elkaar en op school begon ze er nu ook mee.

Aangeleerd gedrag

Ze keek me bijna trots aan en vroeg wat ik ervan vond. Ik moest lachen omdat ze me  uitdagend aankeek en er nog bij vertelde dat papa zei dat ze de hele straat bij elkaar kon gillen. Ze had het zichzelf helemaal geleerd, vertelde ze toen ik vroeg van wie ze dat geleerd had. Ik hoefde niet te vragen of het effectief was, want dat was overduidelijk.
We gingen op onderzoek. Haar moeder en zij vertelden wat, wanneer en waar ze boos om werd en hoe dat in zijn werk ging. Het werd mij duidelijk dat ze vastzaten in een patroon van actie en reactie. Cruciaal zou zijn of ze bereid was haar gedrag te veranderen om er iets anders voor in de plaats te leren.

De temperatuur loopt op

Op mijn vraag of ze altijd boos wilde blijven doen op de manier die ze me had laten horen, antwoordde ze dat ze dat niet wilde. Ze wist alleen niet hoe het moest. Ik pakte het stoplicht erbij en in het rood schreven we dat ze zou leren stoppen met gillen. In het groen schreven we vooralsnog een vraagteken en ernaast: “Boos worden op een manier die helpt”.

Ik pakte de thermometer erbij en haalde alle blokjes eruit die ik op haar schoot legde. Een paar blokjes vielen op de grond en moeder snelde toe om ze op te pakken. Ik glimlachte en vroeg aan moeder of ze vaker de boosheid van haar dochter oppakte. Moeder keek mij eerst even niet begrijpend aan en zei toen; : “Jee, ja….”

Ik vroeg naar een paar voorbeelden waar ze heel boos was geweest en hoe dit was gegaan. Stap voor stap kregen we in kaart wat er bij haar gebeurde . Haar moeder noteerde de bevindingen in het werkboekje: “Ik ben boos” en zo kregen we een helder inzicht in haar proces van boosheid.
Gelukkig ging ze op school niet zodanig te keer als thuis en dit bood een mooi aanknopingspunt. Vooral werd het duidelijk dat ze een aantal dingen op school anders deed dan thuis. Zo vroeg ze hulp aan juf wanneer het haar teveel werd. Hierdoor kon ze haar machteloze gevoel kwijt bij juf. Deze vertaalde de situatie zodanig dat het niet meer nodig was de temperatuur te laten oplopen. Door het spelen met de blokjes in de thermometer werd het heel mooi zichtbaar. Moeder herkende dat ze zelf vaak ongeduldig reageerde op haar dochter wanneer er zich iets voordeed. Dit was mooi zodat we direct konden bespreken wat moeder aan het begin van een situatie kon doen om haar dochter te helpen.

Welke gedrag moet er in de plaats komen

Doordat we nu een aantal concrete voorbeelden hadden waar het wel en niet goed ging met boos worden, konden we vaststellen hoe ze haar boosheid beter kon reguleren. Ze werd meestal boos wanneer iets niet lukte en wanneer ze het gevoel had niet serieus genomen te worden. Het hielp om te zeggen dat ze boos werd in plaats van te gaan gillen. Ze merkte dat ze dan ook meer serieus werd genomen. Ze besloot dat ze dit kon leren denken en vooral dat ze, als ze haar boze gevoel voelde opkomen in haar buik, iemand kon vragen om haar te helpen. We maakten hier afspraken over en moeder noteerde dit in het boekje.

Omdat het natuurlijk best lastig is om in één keer iets nieuws te leren, spraken we af wat ze zou gaan doen wanneer de temperatuur toch nog weer zodanig zou oplopen dat ze zou gaan gillen. Ze had aangegeven dat ze bij nummer 2 begon met gillen en we spraken af dat haar moeder, vader of zus dan hun hand zouden opsteken en “HO” zouden roepen. Dit zou voor haar het signaal zijn om te stoppen met de sirene en te zeggen dat ze boos was en hulp te vragen. In het geval het niet zou lukken om te stoppen, spraken we af dat ze naar haar kamer zou gaan om te kalmeren. Omdat ze nu iedere dag en soms twee keer per dag haar sirene aanzette, spraken we bovendien af dat ze de komende week 6 keer mocht gillen van boosheid, de week daarna 5 keer en zo afbouwen tot maximaal 2 keer per week. Ze zouden onderweg naar huis samen bedenken welke beloning daar tegenover zou staan. Daar hoefde ik me niet mee te bemoeien.

Het is gelukt

Omdat het een heel duidelijk verhaal was met concrete afspraken vond ik het niet nodig een vervolgafspraak te maken. We spraken af dat ze me konden bellen als ze mijn hulp nog nodig zouden hebben. Bij de deur zei ik haar dat ik haar nooit weer hoopte te zien want dat zou betekenen dat ze dit probleem ging fiksen en ik verwachtte dat ze er een eitje aan had. Ik kreeg een brede glimlach en zo stapten ze de deur uit.
Een aantal weken later belde moeder mij want ze wilde heel graag even vertellen dat haar dochter al die tijd geen sirene meer had gebruikt. En dat was heel knap gedaan door het hele gezin.


Wil jij ouders en kinderen helpen bij boosheid?

Al vanaf 2005 verdiep ik mij in boosheid bij kinderen en heb ik een zeer effectieve werkwijze gevonden die ouders en kinderen snel op het spoor van grote verbeteringen brengt.

Wil je ouders en kinderen hierbij helpen, dan kun je dit leren door de duidelijke en stap voor stap aanpak die je kunt leren in deze opleiding over het helpen van boze kinderen.


Lees ook: Werkboekje “ik ben boos”
Lees ook: Emoties, wat moet je ermee?
Lees ook: Hoe keer je ongewenst gedrag om?
Lees ook: Zoek de verschillen
Lees ook: Hulp vragen aan juf

Heb je behoefte aan ondersteuning voor je kind, neem dan contact op met de praktijk voor kindercoaching of vraag de nieuwsbrief aan.
Wil je ook de basisopleiding tot kindercoach of een bij of nascholing volgen, lees dan verder op de site voor de opleiding tot kindercoach.
De illustratie is van Kitty Bakker


Je las een blogartikel van Centrum Tea Adema…

…maar kijk gerust ook eens naar de andere informatie op onze website:

Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen en video’s vol tips en inzichten?

Like dan onze Facebook-pagina of schrijf je in voor onze 2-wekelijkse nieuwsbrief. Allebei mag ook. ;-)